BIENVENUE
sur
BLOEMEN PLUKKEN EN PARELS VINDEN LANGS HET PAD
Le KRONKELPAD est ouvert une fois par mois le samedi matin. Un petit groupe d'écrivains travaille ensuite sur des thèmes biographiques. Des conversations fascinantes ont lieu, des joyaux sont trouvés, des idées sont approfondies, des textes et des poèmes sont partagés. Une anthologie de ce sujet sera bientôt disponible sur cette page.
BEELDEN TER AFSLUITING VAN EEN NATTE LENTE
Laat het los
Voel de wind in jouw haren
En de regen op jouw gezicht
Ontdek de wereld
Laat ballast achter jou
En ga naar lichtere oorden.
Vrijheid!
Gerda
Kom maar naar mijn tafel,
zet je, kijk eens rond,
je bent hier niet alleen.
We zijn met meer.
Je hebt je eigen blad, dat wel,
en je eigen glas, dat ook.
En verder hebben we elkaar,
daar draait het om. Hilde
Ik lig en rust
en denk en droom
van wat voorbij is
en nog komen gaat
Ik koester de herinneringen
aan het avontuur van mijn leven
kijk uit naar wie ik nog zou kunnen zijn
Beatrix
Bij de haard staren
Naar vlam en vuur
Zoals naar bomen en het bos
Stenen en het huis
Woorden en het verhaal
Snakken naar beelden en warmte
Van een ander
Om straks in de kou
De warmte weer te voelen.
Rudi
Mooi, dat zo'n kaartje hier aandacht kan geven
Aan twee belangrijke dingen in mijn leven
De slingers doen mij denken aan mijn gouden huwelijksfeest
De figuren lijken pelgrims die net als ik op bedevaart zijn geweest.
Marinus
I
Je verzoekt het niet.
het dient zich zomaar plots aan.
je weet: dat is het.
II
Alles kan anders.
Draai om en maak het krommig.
Het wordt immers recht.
Rudi Clause
III
Hoe anders lijkt het.
Wat er al is, wordt anders.
Ik word een ander.
Hilde
Et les grenouilles coassent
Le printemps appelle
Si fort que tout le monde se réveille
Et les grenouilles coassent
Le héron l'entend aussi bien
Si fort que tout le monde est choqué
Le printemps appelle
Et les grenouilles coassent
H.
IV
Vinden en zoeken
Er is veel te beleven
Zoeken en vinden
V
Van niets iets worden.
Langzaam je eigen pad zoeken.
Volwassen worden. Mario
VI
EIGEN ervaring
Te onthouden memoires
Gezondheidsbelang Marinus
HAIKU'S
EEN SPROOKJE
Het verhaal van Kevertje.
Er was eens, heel lang geleden, een kevertje, een meisjeskevertje.
Hoe heet jij, vroeg een ander kevertje.
Ik heb geen naam, zei ze.
Hoe kan dat nu? Iedereen heeft een naam, zei een ander kevertje.
Ik niet, zei ze.
Hoe kan dat nu? Mama’s en papa’s geven toch een naam, zei een ander kevertje.
Meisjeskevertje dacht heel diep na. Ik weet het echt niet, zei ze na een poosje. Ik ken mijn naam echt niet. Hij is mij nooit verteld. Ze sloeg haar pootjes rond haar dunne buikje. Alle kevertjes zwegen.
Doenertje, Schildertje, Poetsertje, Makertje, Kopertje, Zangertje, Dromertje, Vindertje, Tellertje, Zwijgertje, Plantertje, Plukkertje, Dansertje, Pratertje, Helpertje en alle andere kevertjes voelden zich stilletjes heel blij met hun eigen naam.
Dan zei Oplossertje : ik heb een plan! Schrijvertje, neem een pen en veel papier. We gaan er aan beginnen!
Alle kevertjes gingen in een grote kring zitten. Oplossertje zei tegen het meisjeskevertje: wij noemen jou vanaf nu Naamloosje. Vind je dat goed?
Meisjeskevertje dacht na. Wat een rare naam, vond ze, maar wel beter dan helemaal geen naam. Noem me dan Loosje, zei ze.
Alle kevertjes klapten in hun vele pootjes en riepen luid : Loosje! Loosje!
Stil, stil allemaal, zei Oplossertje, hier komt nu mijn echte plan. Ieder van jullie gaat nu heel hard nadenken en zoekt een mooie vraag voor Loosje. En jij, Schrijvertje, jij noteert elke vraag en elk antwoord op een papiertje. Zo zal ze haar echte naam wel ontdekken!
Al gauw had elk kevertje een goede vraag gevonden.
Soms antwoordde Loosje gewoon “nee” en soms gewoon “ja” en soms kwam er een lang verhaal en soms een korte zin. Al snel had Schrijvertje een hele grote berg papiertjes volgeschreven.
Ken je je naam nu nog niet, vroeg Oplossertje.
Nee, zei Loosje, nee, ik weet het nog altijd niet.
De zon ging inmiddels weer bijna onder. Sommige kevertjes hadden hun oogjes al toe.
Oplossertje zei: laten we allemaal gaan slapen. Morgen helpen we jou verder met zoeken.
En het werd stil. Alleen Loosje bleef wakker. Ze zat tussen de vele papiertjes en ze keek naar boven in de donkere lucht. Lieve Maan, zei ze, wil jij mij komen helpen? De maan kwam op en scheen zijn helderste licht. Loosje las al haar antwoorden opnieuw en at dan het papiertje op. Toen de maan weer vertrok en de zon opkwam, was haar buik zo dik als een tonnetje.
Alle kevertjes werden wakker. Ze konden hun ogen niet geloven! Loosje!!! Ben jij dat?? riepen ze luid en allemaal tegelijk. Loosje viel er pardoes van achterover op haar rug, met al haar pootjes in de lucht.
Snel, snel weer rechtop, riep Doktertje, anders ga je dood! Ik tel tot tien!
Loosje spartelde en sloeg haar pootjes alle kanten op, maar het lukte niet.
1, 2, 3, 4… Het ging niet goed, Loosje geraakte niet gekeerd. 5, 6, …Komaan, riepen alle kevertjes, jij kan dat, komaan! Doe je best! 7, 8,… Loosje zweette en zwoegde en pufte.
Komaan dappertje, riepen de kevertjes, vechtertje, strijdertje !
Ja, riep Loosje! Dat is het, dat is mijn naam! Doktertje telde nog 9,10,…en Loosje kwam pardoes weer helemaal op haar pootjes terecht!
Strijdertje, riep ze blij, ja, nu weet ik het heel zeker, zo heet ik, dat is mijn naam! En ze lachte en ze sloeg haar pootjes om haar ronde, gevulde buikje.
Alle kevertjes klapten in hun pootjes en zongen nu: Joepie voor Strijdertje! Hoera voor Strijdertje!
En Drinkertje en Bakkertje riepen: Feest! Feest voor Strijdertje!
En ze vierden allemaal samen tot de zon weer vertrok.
Strijdertje knipoogde naar de heldere, volle maan.
En ze leefde nog lang en gelukkig én haar volle buikje ging nooit meer weg.
Hilde